Werkgelegenheid ontstaat en verdwijnt op verschillende manieren. Dat gebeurt wanneer bestaande voortgezette bedrijven groeien of krimpen. Er ontstaat daarnaast werkgelegenheid bij nieuw opgerichte bedrijven. Er verdwijnt ook werkgelegenheid als bedrijven worden opgeheven. Onderstaande figuur maakt deze dynamiek voor Nederland zichtbaar vanaf 2007 2e kwartaal tot en met 2023 2e kwartaal.
Methode
Voor het maken van het figuur is informatie uit Arbeidsrekeningen, “Netto” in de figuur, verrijkt met de demografie van het Nederlandse bedrijfsleven. Bekend is naar grootteklasse hoeveel bedrijven er aan het begin en eind van een kwartaal waren, hoeveel er zijn opgericht, en hoeveel zijn opgeheven. Bij benadering is te schatten hoeveel werkzame personen gemiddeld werkzaam zijn bij een bedrijf van een bepaalde grootteklasse. Voor elke periode is vervolgens nog weer eens op randen aangesloten. Als er 110 bedrijven in de grootteklasse “1 werkzame persoon” opgeheven worden, is verondersteld dat er daardoor 110 werkzame personen minder zijn. De werkgelegenheid bij voortgezette bedrijven is het saldo van de mutatie in het aantal werkzame personen volgens Arbeidsrekeningen en de geschatte mutatie door opgerichte en opgeheven bedrijven.
De schatting van het gemiddeld aantal werkzame personen in een grootteklasse is gedaan met Nonlinear Least Squares (NLS), op basis van de gehele economie, “A-U Alle economische activiteiten”. Voordeel van dat laatste is dat afrondingen in de Statline data over bedrijvendemografie minder impact hebben. Nadeel is daarentegen dat de schattingen voor het gemiddeld aantal werkzame personen in een grootteklasse niet fijnmazig is. Schattingen op lager niveau laten zien dat er duidelijke verschillen zijn tussen bedrijfstakken in het gemiddeld aantal werkzame personen in een grootteklasse. Bovendien heeft NLS de neiging, gegeven restricties, bij een of meer grootteklassen een gemiddeld aantal werkzame personen te schatten dat gelijk is aan een klassegrens. Om dit binnen de perken te houden, wijkt de schatting van het gemiddeld aantal werkzame personen bij een bedrijf in een grootteklasse minimaal 10% af van elke klassegrens.